We doen rustig aan vanmorgen. Bij het opstaan om kwart over 7 is het binnen 13 graden. We kijken naar de bedrijvigheid van de vrijwilligers op de camping. Het is een leuke plek hier. Douchen doen we in de camper. Die is wat groter dan in de Canadream. Daarna hebben we het envelopje met het kampgeld voor vanavond en morgen in de paal gedaan.
We vertrekken om 8.23 uur bij 6 graden naar Kalispell Glacier Park International Airport Offsite om de auto op te halen en gaan via de Walmart. Deze heeft ook bier en wijn, dus dat is makkelijk. Het is inmiddels half 11 geworden en 14 graden. Het is een makkelijke weg, bijna alleen maar rechtdoor. We zijn zo klaar en krijgen een Jeep Compass mee. Het is wel een lekker autootje.
Met de truck en de auto rijden we terug naar Apgar. Daar doen we het vlees in de vriezer en bedenken we wat we precies gaan doen. Er is nl. vrijwel geen uitzicht door de rook van branden in de wijde omgeving. We gaan eerst naar Apgar Village. Dat ziet er gezellig uit met winkeltjes, restaurantjes en overnachtingsmogelijkheden. Het ligt aan het meer.
In het visitor center zien we een leuk metalen bord met Going to the Sun Road erop, maar kopen het toch maar niet. Hier vragen we ook naar wandelingen. Er is niet iets wat ons op dit moment aanspreekt, dus besluiten we met de auto de GttS Road te rijden en dan zien we wel wat zich onderweg voordoet.
In de camper eten we een broodje, doen de bergschoenen aan en vertrekken. Het eerste stuk is groen en aan de andere kant van de weg zijn gedurende 8 mijl wegwerkzaamheden. Ze graven een grote sleuf waar een buis in moet en wat verderop is het provisorisch dichtgemaakt met asfalt, maar met de nadruk op provisorisch. Het is wel druk, maar niet echt filerijden. De eerste stop is bij Sprague Creek Falls. Deze zijn niet hoog, maar stromen wel mooi over de witte rotsen en het water is superhelder.
De weg stijgt en het landschap blijft veranderen. De rook zit inderdaad behoorlijk in de weg. Ook de bergen aan de andere kant van het dal, niet eens heel ver weg, zijn wazig. Dan wordt de omgeving ruiger. De meeste parkeerplaatsen zijn vol, maar hier en daar vinden we een plekje om te stoppen. De Weeping Wall is zo goed als droog.
Verderop stoppen we voor een korte wandeling. Het is behoorlijk steil en eigenlijk een wandeling van 9 km. Het gaat door een verbrand bos met rode ondergrond. We zouden zo goed zicht hebben op wild, maar helaas. Niks. Na nog geen kilometer keren we om.
We rijden helemaal door tot St. Mary en gaan dan terug. Het is behoorlijk rustig geworden en we rijden op ons gemak de weg weer terug. Vanaf de andere kant heb je toch een heel ander zicht. Vooral het smalle gedeelte langs de rotsen is zo spectaculairder. Jan geniet van de slingerende weg.
Naarmate we dichterbij Apgar komen wordt de rook dikker. De zon schijnt volop, maar kleurt de lucht helemaal oranje als bij zonsondergang, maar het is nog geen 6 uur en hij staat nog hoog genoeg. Het schijnsel over het water is ook oranje. Beetje creepy eigenlijk wel.
Dan zien we eindelijk wild: een mini suicide squirrel. Verder de hele dag niets gezien; geen beer, schaap, geit, eekhoorn, zelfs geen vogel. We beginnen al te geloven dat er een ramp is gebeurd waarbij alle wildlife is uitgestorven en wij het gemist hebben. De laatste 8 mijl hobbelen we over de roadworks. Als we de camping oprijden rent er een eekhoorn de weg over. Tjonge, royaal hoor.
Weer op de camping is het eigenlijk te lekker om binnen te zitten en spaghetti te maken. Een beetje extra rook kan dan ook nog wel, dus zetten we de bbq aan en gaan, in afwachting van een goed vuurtje, aan de picknicktafel zitten met een chippie en een drankje. Achter ons staat een camper met de generator aan en dat is heel irritant. Verder is het volkomen stil.
De bbq wil niet erg branden, dus hoe laat we eten weet niemand. Kippendijen, Amish aardappelsalade en komkommersalade.
7 uur, de generator gaat uit 😌! De kip gaat de pan in na een poosje op de bbq en de briketten gaan naar de kringloopwinkel, want dat is niks. Van de week maar gewoon houtskool zien te scoren.
Om 8 uur hebben we de deur nog open. Het eten smaakte prima, maar helaas moeten we daarna afwassen. Corvee, maar het is natuurlijk maar een klein beetje. Daarna kijken we of we het bed zo kunnen maken dat we er lekker kunnen zitten met de laptop om een serie te kijken. We hebben hier andere kussens dan in de Canadream, maar het lukt. 2 afleveringen van Chicago Fire verder gaan we slapen.
Gereden met de auto: 128 km