Dag 16, 22 september, Makoshika SP

Uitgerekend op de langste reisdag van de vakantie verslapen we ons!. Even in de 5e versnelling: koffiezetten, muffin/yoghurt naar binnen werken, tandenpoetsen en wegwezen om 7.56 uur bij 6 graden. Het is nog bewolkt, maar het lijkt niet te dik, dus hopelijk later weer zon. 

Red Lodge heeft aanzienlijke schade geleden bij de overstromingen in juni en er wordt nog hard gewerkt. Goed te zien zijn stukken die weggeslagen waren en inmiddels gerepareerd. Dat was ook een stuk voor Red Lodge al het geval. Verderop is een stuk weg afgesloten en worden we een stukje parallel geleid. Hier loopt een wilde kalkoen in het dorp.

De bergen zijn verdwenen en landbouwgronden verschijnen. Wel glooiend. Bij Billings gaan we de I 94 op en in Oost Billings tanken we. Dan is het cruise control op 65 (je mag hier 80 en trucks 75) en kachelen maar langs gele, gemaaide graanvelden en veeteelt.



We maken een tussenstop bij Pompeys Pillar die een rol speelde in de reis van ontdekkingsreizigers Lewis en Clark. Clark in dit geval, want ze waren opgesplitst en de pillar is vernoemd naar de zoon van Sacagawea, de Indiaanse gids van Lewis en Clark, wiens bijnaam Pomp(y) was. 



We gaan eerst naar het visitor center en gaan dan naar de rots. Het pad loopt in de vorm van de Yellowstone River, die op de grond is uitgebeeld en waarlangs het verhaal van zijn reis wordt verteld, naar de rots waar we maar liefst 200 treden omhoog lopen om bij de inscriptie van William Clark te komen. Leuk dat hij het gedaan heeft, maar tegenwoordig zou het vandalisme heten. De rots wordt dan ook streng bewaakt met videocamera's en voor het geval je het zou vergeten, wordt dit elke 20 m. of zo gemeld. 









We lopen nog door (dit zit bij de 200 treden in) naar het uitzichtpunt en gaan dan terug naar de camper, zo'n 3 kwartier later. Leuke tussenstop. We zijn Lewis en Clark al vaker tegengekomen en volgend jaar in Oregon zien we ze vast weer.




Verder over de I 94. Voor ons gaat de reis een stuk makkelijker dan voor hun. De weg is veel afwisselender dan we verwachtten, dus het voelt minder als een enorm eind. Dan rijden we weer door ruig heuvelachtig terrein en dan weer langs glooiende velden waarop ik ook 2x pronghorns zie. Ook zie ik een keer een bald eagle op een paaltje zitten. Wat later wordt het echt vlak en krijgen we Texaanse associaties.





Om een uur of 1 lunchen we op een rest area waarvan er erg weinig zijn. De vorige was 78 mijl terug en de volgende is 50 mijl verder. Even vlug een ei bakken. Jammer dat we naast een koelwagen staan die nogal herrie maakt. Het is op dit moment een heerlijke 22 graden. 
Snel verder.

Bij Glendive moeten we eraf en dan blijkt dat we helemaal door het plaatsje heen moeten en aan het eind van een woonwijk ligt Makoshika State Park.


In het kleine visitor center, hier is geen internet, waar we verder niet rondkijken, krijgen we 2 plattegrondjes: 1 van de camping en 1 van het park en een envelopje voor het kampgeld. 
We gaan eerst een plek confisqueren, want het is alleen first come, first serve. Het blijkt dat er van de 15 plekken maar 1 bezet is, dus daar passen we nog wel bij. We kiezen plek 8. Die hadden we gisteren ook en is ons toen ook goed bevallen. Prima redenerig toch?
Het is wel jammer dat het onderweg wat was gaan regenen en de temperatuur gezakt is naar 15 graden. Het is wel weer droog, maar het leek ons zo lekker, die 22 graden.

Ondanks dat Jan al de hele dag gereden heeft, nemen we toch de camper weer mee, want het is te ver om naar de mooie dingen te lopen. We zijn langer dan 20 ft, dus we mogen eigenlijk niet door de switchbacks. We parkeren hem op de parkeerplaats ervoor en lopen een stukje om te zien of we kunnen beoordelen hoe erg het is. Het zouden een paar haarspeldbochten zijn en een stijging van 15%. Er is geen kip, dus je hebt de weg, en dus de hele breedte, voor jezelf. Dat scheelt al. Als we 100 m. gelopen hebben, stopt een auto die van boven komt en maakt een praatje. Een local. Hij vindt dat we best met de camper naar boven kunnen. Alleen bij de splitsing niet rechts, want dat is glad, maar links naar het amfitheater. We bedanken hem voor de tip en halen de auto. Voor de zekerheid zet Jan hem op 4x4 hi, maar dat is helemaal niet nodig. Geen enkel probleem. Er zit dan ook een 6.7 liter dieselmotor in. We zijn ook weleens met een C-klasse 25 ft de 26% van de Sonorapas op gegaan. Gaat alleen wat langzamer.
Verderop is de weg onverhard, maar goed te doen, alleen een stukje wasbord.

Bij Cap Rock stoppen we en willen we naar beneden tussen de prachtige hoodoo's lopen, maar na 10 m. geven we het op. Het is kleigrond en het heeft geregend, dus is het een eersteklas glijbaan. Het profiel van onze bergschoenen zit in no time vol en dan heb je totaal geen grip meer. Dan doen we het maar met het uitzicht en dat is ook niet slecht. Met zon was het nog beter geweest, maar je kunt niet alles hebben.







We vervolgen de onverharde weg naar het amfitheater. Voor de zekerheid stap ik 2x uit om te zien of we onder de elektriciteitskabels door kunnen, want dat is slecht in te schatten en beter een keer te vaak dan een keer te weinig gekeken.

Bij het amfitheater maken we een praatje met een meneer met een hond en bewonderen daarna het uitzicht. Hier kunnen we wel een stukje naar de hoodoo's lopen.










Weer boven proberen we met een stokje het profiel van de schoenen weer tevoorschijn te toveren voordat de klei keihard geworden is. Dan vinden we het tijd voor een drankje en een chippie en zetten we de camper op de camping aan de linkerkant weer keurig op zijn blokken en ploffen neer. 
Voor een reisdag zeker geen verkeerde en met een mooi toetje en een leuk avontuur.

Voor het eten zet Jan de bbq aan voor de gemarineerde varkenshaas. Daar zullen we aardappelsalade en tomaat-/komkommersalade bij eten. Een worteltje en verse ananas erbij en dan zullen we het wel overleven tot morgen.
We genieten nog van een prachtige zonsondergang en na de afwas lezen we even en kijken daarna een aflevering van CPD en gaan onder zeil.



Gereden: 489 km