Uitgerekend op de langste reisdag van de vakantie verslapen we ons!. Even in de 5e versnelling: koffiezetten, muffin/yoghurt naar binnen werken, tandenpoetsen en wegwezen om 7.56 uur bij 6 graden. Het is nog bewolkt, maar het lijkt niet te dik, dus hopelijk later weer zon.
Red Lodge heeft aanzienlijke schade geleden bij de overstromingen in juni en er wordt nog hard gewerkt. Goed te zien zijn stukken die weggeslagen waren en inmiddels gerepareerd. Dat was ook een stuk voor Red Lodge al het geval. Verderop is een stuk weg afgesloten en worden we een stukje parallel geleid. Hier loopt een wilde kalkoen in het dorp.
De bergen zijn verdwenen en landbouwgronden verschijnen. Wel glooiend. Bij Billings gaan we de I 94 op en in Oost Billings tanken we. Dan is het cruise control op 65 (je mag hier 80 en trucks 75) en kachelen maar langs gele, gemaaide graanvelden en veeteelt.
We maken een tussenstop bij Pompeys Pillar die een rol speelde in de reis van ontdekkingsreizigers Lewis en Clark. Clark in dit geval, want ze waren opgesplitst en de pillar is vernoemd naar de zoon van Sacagawea, de Indiaanse gids van Lewis en Clark, wiens bijnaam Pomp(y) was.
We gaan eerst naar het visitor center en gaan dan naar de rots. Het pad loopt in de vorm van de Yellowstone River, die op de grond is uitgebeeld en waarlangs het verhaal van zijn reis wordt verteld, naar de rots waar we maar liefst 200 treden omhoog lopen om bij de inscriptie van William Clark te komen. Leuk dat hij het gedaan heeft, maar tegenwoordig zou het vandalisme heten. De rots wordt dan ook streng bewaakt met videocamera's en voor het geval je het zou vergeten, wordt dit elke 20 m. of zo gemeld.
We lopen nog door (dit zit bij de 200 treden in) naar het uitzichtpunt en gaan dan terug naar de camper, zo'n 3 kwartier later. Leuke tussenstop. We zijn Lewis en Clark al vaker tegengekomen en volgend jaar in Oregon zien we ze vast weer.
Verder over de I 94. Voor ons gaat de reis een stuk makkelijker dan voor hun. De weg is veel afwisselender dan we verwachtten, dus het voelt minder als een enorm eind. Dan rijden we weer door ruig heuvelachtig terrein en dan weer langs glooiende velden waarop ik ook 2x pronghorns zie. Ook zie ik een keer een bald eagle op een paaltje zitten. Wat later wordt het echt vlak en krijgen we Texaanse associaties.
Om een uur of 1 lunchen we op een rest area waarvan er erg weinig zijn. De vorige was 78 mijl terug en de volgende is 50 mijl verder. Even vlug een ei bakken. Jammer dat we naast een koelwagen staan die nogal herrie maakt. Het is op dit moment een heerlijke 22 graden.
In het kleine visitor center, hier is geen internet, waar we verder niet rondkijken, krijgen we 2 plattegrondjes: 1 van de camping en 1 van het park en een envelopje voor het kampgeld.
We vervolgen de onverharde weg naar het amfitheater. Voor de zekerheid stap ik 2x uit om te zien of we onder de elektriciteitskabels door kunnen, want dat is slecht in te schatten en beter een keer te vaak dan een keer te weinig gekeken.