Dag 19, 25 september, Deadwood

Om 6 uur ben ik wakker en hoor de uil weer. Het lijkt een grote die niet ver weg zit. Ik meen ook, heel in de verte een elk te horen. Die zijn hier, maar laten zich niet vaak zien. Ze zijn in 1985 geherintroduceerd in het park.

Om half 7 staan we op en gaan aan het ontbijt. Het is binnen kouder dan gisteren, waarschijnlijk omdat het helder is. Vandaag ongeveer 375 km recht naar het zuiden, dan een keer linksaf en dan zijn we in Deadwood. Zo ongeveer dan 😃. Van de reis verwachten we niet veel. 

Ik heb nog even tijd om de foto's over te zetten en om precies half 8 bij 3 graden gaan we rijden.
Nog in het park ziet Jan een coyote, en ik zie er een tweede bij, over de berg lopen. Er zit niemand achter ons, dus we kunnen even stoppen voor foto's.




Dan gaan we echt. Het is meest heuvelachtig grasland hier en daar gedecoreerd met koeien, meest zwart, soms bruin, strobalen of een jaknikker. 



Als we de grens met South Dakota overgaan verandert er niet veel. Verderop komen wat bergjes, dus een beetje afwisseling. We zien veel doodgereden wild: herten, wasberen en nog iets wat daarop lijkt, waarschijnlijk een opossum, en zelfs een stekelvarken. We hadden ze liever levend gezien. Maar levend wild is er ook. We zien vooral pronghorn en een keer white tail deer. 

Ludlow is een zeer indrukwekkend dorp. 2 ademteugen en je bent erdoorheen. Redig is zelfs nog indrukwekkender. Letterlijk 4 huizen waarvan er 2 ingestort zijn. Dit in tegenstelling tot Belle Fourche met 5617 inwoners, waar we tanken. 

Als we de Black Hills inrijden ziet alles er opeens heel anders uit. Bergen en bossen. We willen naar het museum Tatanka, Story of the Bison, wat door Kevin Costner is opgericht, maar we hebben nergens reclame gezien of een bord en dan opeens, uit het niets, ligt het aan de linkerkant van de weg. Verderop keren we en als we de oprit oprijden zien we dat het gesloten is. Jammer, maar dat scheelt een hoop tijd. Thuis zie ik dat het op zondag gesloten is en vandaag is het zondag.


Door naar Deadwood, wat vlakbij is. We parkeren bij het visitor center en gaan daar even naar binnen. Dan gaan we naar Historic Main Street en eigenlijk is er in 150 jaar waarschijnlijk niets veranderd. Het is nog steeds gokken en drank, alleen de bordelen zijn nu giftshops. Enorm toeristisch en ik denk dat je hier in de zomer over de hoofden kunt lopen. Nu is het prima, zoals ook het weer is met een graad of 20.












Bij Mustang Sally's gaan we op het terras wat eten. Jan een bacon burger en ik fish and chips. Ik heb mijn lemonade voor een kwart op als de serveerster zegt dat ik een nieuwe krijg, omdat er een insect in zit. Ik moet goed kijken en zie dan inderdaad een vliegje. Ik had het er normaal gesproken uitgevist en opgedronken, maar er komt al een nieuwe aan. Ook goed. 
Hierna lopen we verder over Main Street en het ziet er leuk uit, maar niet meer dan dat vinden we. 

Dus naar de camper om naar Mt. Moriaha Cemetery te gaan. Eerst door een woonwijk waar een bord staat: No RV's and busses. Steep climb and sharp turns. Jan heeft een poosje geleden besloten dat onze truck geen RV is, dus rijden we gewoon door. Inderdaad best steil met een scherpe bocht en de parking is niet geschikt voor iets groters dan wij. Misschien is het ook niet handig in het hoogseizoen als alle plekken vol zijn, maar wij schuiven zo een van de lege plekken in, neus iets over het gras en geen probleem. 

We betalen $ 2,- per persoon en lopen over de begraafplaats. We vinden het eigenlijk te netjes hier. De graven van Wild Bill Hickok en Calamity Jane zijn niet bijzonder. Bill heeft wel een buste, maar je kunt er niet goed voor staan.




We lopen door en kijken hier en daar wat en gaan dan naar het uitzichtpunt wat zicht zou bieden op Main Street, maar er staan hele grote bomen voor. Gelukkig kostte het maar 2 dollar.


Dan gaan we op zoek naar de camping: Creekside Campground, een commerciële met full hookup. Het ziet er keurig uit, maar ligt wel pal aan de weg, zoals vaak met commerciële terreinen, al is de weg op dit moment niet druk. 

Het aansluiten van het water lukt, nu het licht is, wel in een keer. Jan gaat even liggen met hoofdpijn en ik ga buiten in de zon schrijven. Ik was van plan de foto's naar huis te appen, maar ik heb geen of nauwelijks bereik, laat staan internet. Misschien morgen bij Wall dan maar. Het is in elk geval heerlijk weer, een graad of 22 en weinig wind, en dat is ook wat waard. Dan ga ik maar lekker zitten lezen. 
Kwart voor 5: Yeah, internet gevonden! Toch foto's verstuurd. Jan voelt zich echt niet lekker, hoofdpijn en buikpijn en duikt in bed. Ik heb ook niet echt honger en eet later wat aardappelsalade, deze is heel lekker trouwens, en toe een banaan. Ik lees en werk mijn adminstratie bij v.w.b. foto's en mijn licence plate bingo, wat ik weer opgepakt heb, nou ja, eigenlijk opnieuw begonnen. Het gaat heel goed. Nog 9 staten, waarvan de helft problematisch zal worden. Wisconsin heb ik al 1000x gezien, maar gedacht dat ik hem al had. Zul je zien dat ik hem nu niet meer tegenkom.
Totdat ik het koud krijg tegen half 11 zit ik te lezen en kruip er dan ook in.

Gereden: 381 km

Volgende dag