Dag 4, 10 september, Waterton Lakes NP


We hebben ons verslapen! Om 6.20 uur staan we op. We willen vroeg weg en (een stuk van) de Juniper Trail, de 5, lopen. Helemaal duurt te lang. Hij moet of heen en weer, of heen en langs de weg terug of je kunt hem combineren met de 4, maar dat duurt zeker te lang. We gaan met de auto naar de parkeerplaats bij de Hot Springs en starten daar. Om 7.22 uur rijden we bij 5 graden van de camping. De zon komt op en schijnt mooi tegen de bergen.




Radium Hot Springs staat bekend om de Bighorn Sheep. Deze broers zagen we toen we van de camping reden.
Radium heeft dan ook een toepasselijk logo, wat levensgroot midden in het dorp staat.

Het is inderdaad behoorlijk steil omhoog door het bos met haarspeldbochten. We zien geen wild. Helemaal boven is een uitzichtpunt over de canyon, de weg van en naar het dorp. Het is tegenover het uitzichtpunt van de 4 trail. Eigenlijk zouden ze hier, zoals in Oostenrijk, een hangbrug moeten maken, dan zijn de wandelingen ook daar met elkaar verbonden. 




Aan de overkant de 4 trail

We wandelen verder, naar beneden, op zoek naar het pad dat naar de weg loopt. We komen bij een waterval en daar is een splitsing met een bord wat we niet begrijpen. Waar wijzen de pijlen nu heen? We nemen de verkeerde afslag en komen bij een camping, de Canyon Campground. Dan weten we het echt niet meer. Er komt net een echtpaar met ieder een mok koffie in de hand aan. We zeggen dat we verdwaald zijn en ze proberen het uit te leggen, mar dat schiet niet erg op, dus lopen ze voor ons uit tot het watervalletje. Zij gaan daar hun koffie drinken en wij gaan rechtdoor. Inderdaad hadden we linksaf i.p.v. rechtsaf gemoeten, maar er lag een dikke boom en het leek net of het pad doodliep vanuit de verte. Het blijkt een scherpe bocht te zijn. Het was even gezellig en dan is het niet ver meer naar de weg en langs de weg, over het voetpad, lopen we naar de auto. Daar komen we om 9.37 uur aan. Het is dan 7 graden, maar we hebben het goed warm gekregen en de zon schijnt volop.


We zien heel veel dode libelles. Zijn die net als lemmingen en plegen ze collectief zelfmoord?


Eindpunt van de dag is Waterton Lakes NP en dat is nog zo'n 400 km rijden. Het blijkt een zeer afwisselende weg en we vervelen ons dan ook geen moment. Er is een stuk roadworks, maar dat houdt niet heel erg op. 

2x zien we ook een wildlife detection system. Hé, hebben ze mijn idee gepikt? Niet zo mooi als ik in gedachten had, maar toch. Aan het begin staat dat het er is en op 2 plekken staan palen en borden die aangaan als er wild langs een camera loopt. De eerste keer 2x uit en de 2e keer 1x uit en 1x aan, maar niks gezien.



In Sparwood zien we een mule deer in een tuin. Iets verderop tanken we voor $ 1,77 per liter; 97 liter voor $ 172,64. Wel fijn dat we een diesel hebben. Dan hoef je toch minder vaak te tanken.
Om half 2 stoppen we op een parkeerplaats langs de weg. Naast ons zijn bergen en er liggen enorm veel rotsen op hopen. Het blijkt dat we bij de Frank Slide staan. Daar is in 1903, uit het niets in de nacht een enorme steenlawine geweest. 100 huizen vernietigd, 70 doden en 90 miljoen ton rots op het dorp.




Om kwart voor 3 komen we aan bij Waterton NP. We staan opeens in een file. Dat hadden we niet verwacht. Het blijkt bij de ingang van het park te zijn. Gelukkig hebben wij al een parkenpas, nog van van de zomer, en dus kunnen we, zodra we erlangs kunnen, doorrijden.



We dachten meteen in het hooggebergte te zijn, maar het is eerst best vlak en ruim en het is nog 8 km naar het dorp. Aan de rechterkant staat een groepje bighorn sheep te grazen. 


We duimen dat er nog plek is op de camping, want we konden deze niet reserveren. Het blijkt geen probleem. We nemen een electric site, D2, zetten de camper op de duploblokken, want we hebben geen puf meer om weg te gaan.

Wel lopen we nog even naar het dorp. Dat stelt in onze ogen niet veel voor, maar het is even een lekker loopje. In het hoogseizoen is het hier vast druk en gezelliger. De weg is afgesloten en dus is het helemaal voetgangersgebied. We komen langs het visitor center en daar vragen we naar korte wandelingen voor morgen en waar wild te zien zou kunnen zijn.


Vlaggen halfstok i.v.m. het overlijden van Queen Elizabeth II



Om half 5 zijn we weer thuis en gaan lekker zitten met een drankje. Jan binnen, want lezen op de laptop in de zon gaat niet lekker, en ik ga buiten schrijven. Het is ongeveer 23 graden. We hebben een goede plek, want de helft van de camping ligt al in de schaduw van de berg en ik zit nog heerlijk in de zon om 17.20 uur.
En dan wordt het hoog tijd voor een douche. Het blijkt dat het sanitairblok het dichtstbij ons closed for the season is. What? De camping is voor 95% vol! Nou ja, op naar het volgende blok. Er zijn er gelukkig meer. Het is een heerlijke douche, dus dat maakt het weer goed. Ik droog mijn haar in de camper. Verlengsnoer eraan en dan past het net naar de spiegel in de wc/badkamer. Het blijft een raar ingedeelde camper. De grote spiegel zit naast het bed. Alsof je daar wat aan hebt als je op je knieën op bed zit. In de Canadream zat hij op de koelkastdeur. Veel beter. Zou hier ook kunnen. Zou ook een beetje ruimtelijk effect geven in die donkere hoek. 
Na nog even gelezen te hebben, zetten we de oven aan voor de kant en klare spare ribs. Hoe lekker ze aan de oostkant waren, zo smakeloos was deze. Hij gaat dan ook niet op. Gelukkig hebben we er ook gebakken aardappels bij en sla. We hebben ook heerlijke wijn: Bodacious Cabernet Sauvignon. We wassen af en bekijken de dag van morgen. Inmiddels is er een flinke wind opgestoken. Hopelijk is die morgen weer weg.

Gereden: 398 km