Dag 29, 5 oktober, Writing on Stone Provincial Park


Wat zijn dit toch fijne campings. Je hebt niks, maar je hebt ook niks nodig. Geen buren om je heen, alleen bomen. De camping ligt weliswaar dicht aan de weg, bruggetje over, maar die is niet druk, dus daar hoor je niet veel van. De camping in West Yellowstone was in principe ook goed, maar daar stond je wel heel erg op elkaars lip.

We staan laat op: bijna half 8, maar we hoeven niks, dus we zijn straks zo weg. Vanmiddag gaan we de grens over. Benieuwd wat voor douanebeambte we nu treffen.

Om 8.35 uur rijden we bij 0 graden van de camping. We zagen geen vuilnisbakken, dus het zakje gooien we wel bij een parkeerplaats of zo weg. Gisteravond hoorden we een vrachtauto op de weg voor de camping een hoop lawaai maken en dat duurde nogal even. Als we de camping afrijden zien we diepzwarte, slingerende bandensporen die we gistermiddag niet gezien hebben. Die zijn vast van hem.

Het weer ziet er prachtig uit. Het hoeft alleen maar op te warmen. Met de zon schuin achter ons op de herfstkleuren en soms het riviertje langs de weg, ziet het er prima uit. Een minuut of zo later rijden we het Lewis & Clark NF uit. We komen ze vast nog weleens tegen. We hebben ze nu zo vaak gezien dat het bijna vrienden zijn.


Om 5 over 9 in de zon is het al 12 graden.
Waar de 89 en de 87 bij elkaar komen is een groot wegenbouwproject gaande . We hoeven niet lang te wachten, maar rijden daarna wel mijlen heel langzaam over een onverhard stuk achter de pilotcar.

In Great Falls komen we onze vrienden eerder tegen dan verwacht in het Lewis & Clark Interpretive Center. Met onze America the Beautifull pas blijkt het gratis. Dat hadden we niet verwacht, want het is van de National Forest Service.


We worden aangesproken door een vrijwilliger met een Newfoundland Dog, zo een als Lewis ook had. De volgende stop is bij een volgende vrijwilliger, al ruim op leeftijd. Hij gaat volgend jaar een riviercruise doen van Amsterdam naar Boedapest. Hij vertelt dat de film, The Grand Portage, over een paar minuten begint. Als we in afwachting daarvan bij een voorstelling van de mannen van de expeditie die een boot de kant op trekken staan te kijken, komt hij met zijn rollator aan en geeft me een papiertje met de museumstempel van vandaag. Heel aardig.



De film is heel interessant en knap gemaakt. Hij duurt een minuut of 20. Dan lopen we het interessante museum door. Het leuke hier is dat er een hoop dingen zijn waar je aan mag komen: klepjes met info eronder, huiden en pelzen en je kunt zelf stokken aan een ijzeren geraamte knopen, zoals zij vroeger een boot maakten of voelen hoe zwaar het is om de boot te trekken of de baby van Sacagawea te dragen. Heel informatief. Clark heeft een uitgebreid verslag geschreven met ook tekeningen erbij. Het bevat meer woorden dan de bijbel. En dan denk ik dat ik uitgebreid schrijf ๐Ÿ˜„. Maar zij waren jaren weg en wij maar een maand. Ook heeft hij 27 versies van het woord Sioux gebruikt, maar geen ervan zag eruit als Sioux. Ook voor mosquito had hij er veel. In de shop kun je een kinder t-shirt kopen met alle variaties erop. Er hangt ook kunst in het museum (schilderijen).









Hierna gaan we naar de watervallen van Great Falls, vooral de Great Falls zelf, maar dat loopt anders dan gepland. Het blijkt een eind rijden door de middle of nowhere over een smalle slechte weg. Bij de splitsing naar de Ryan Dam staat closed. Nee hรจ, waarom zetten ze dat niet aan het begin? Dan maar weer de hobbelende 10 mijl terug. We voelen er niets voor om nog een slechte weg op te zoeken naar een andere dam. Het is immers bijna 12 uur en we moeten nog 153 mijl en we weten niet hoelang het bij de grens gaat duren.


Via de I 15 noord rijden we door een saai landschap met kale graanvelden en hier en daar de bijbehorende farm. De temperatuur is wel top: 21 graden, maar daar heb je in de auto niet veel aan. Voorbij Brady staan een heleboel hele kleine jaknikkertjes. Ze staan wel allemaal stil.
Bij Shelby gaan we even van de weg af om te tanken en op de vrachtwagenparkeerplaats smeren we een boterham.

Na nog meer graanvelden, hier en daar met mysterieus wit uitgeslagen stukken grond (zout? gips of kalk?) komen we bij Sweet Grass, de Amerikaanse kant van de grens.





Die gaat ongemerkt voorbij en vlak erna is het Canadese Coutts. We zijn hier welgeteld 3 minuten bezig. Er is niemand voor ons. De douaniere vraagt alleen de standaardvragen: waar woon je, heb je alcohol, wapens of munitie, huisdieren en hoe lang blijf je. O ja, ze wil ook weten of de camper van ons is of een huurcamper. We vragen een stempel in het paspoort en klaar is Kees en Jan en Jen ook ๐Ÿ˜‚. 


Alberta is dinoland

De navi-juf krijgt het weer op haar heupen en wil ons weer via duistere, onverharde achterafweggetjes, range roads, naar Writing on Stone PP sturen. We negeren haar en volgen de 501 en de borden die langs de weg staan. Het is nog 42 km. Dat valt me wat tegen, op de kaart leek het minder. Maar het rijdt goed en het landschap is vertrouwd: heuvelachtige graanvelden die kort gemaaid zijn. totdat we, ร  la Texas, opeens een prachtig landschap met hoodoo's zien verschijnen. 





De camping ligt onder herfstkleurige loofbomen, cottonwoods. We kiezen plek 7, doen het geld, $ 31,- want met elektriciteit, in de paal en zetten de camper beter op zijn plek. Het is half 4 als we aankomen en om kwart over 4 staan we aan het begin van de Hoodoo Trail. 






Een mooie wandeling van een kilometer of 4 tussen de hoodoo's door, met prachtige uitzichten en langs inscripties in de rotsen, waar het park zijn naam aan ontleent. Heel bijzonder, want de inscripties zijn helemaal niet zo oud: tussen de 1000 en 2000 jaar en aan het eind van de trail uit 1866, getuige het verhaal van Chief Bird over de Battle Scene






















Het is een leuke wandeling, omhoog en omlaag en andersom, die we in redelijk tempo lopen. Er zijn hier veel konijnen. Die zijn vast niet inheems. In een uur en een kwartier zijn we weer terug, terwijl we toch echt regelmatig stil hebben gestaan voor foto's. De totale stijging, het is een heen en weertje, geen loop, is 92 m. Dan roept het bier en Jan wil de kippendijen op de bbq doen. 

Weer terug op de camping gaan we eerst lekker buiten zitten om wat af te koelen. Het was vanmiddag 23 graden. Heerlijk! Om een uur of 6 zet hij de bbq aan en de kip eten we met aardappelsalade en tomaat-/komkommersalade. 



Het is een afwasje van niks, maar ik heb er geen bal zin in. Ik ben voldaan moe. Straks nog even de foto's overzetten, zodat we die morgen kunnen appen. Mijn boek lonkt ook. Het is nu 10 voor half 8 en het wordt nu snel donker. 
Het is er niet meer van gekomen om de foto's over te zetten. Eerst heeft Jan zijn boek uitgelezen en zat ik ook lekker te lezen en toen hebben we de laatste aflevering van CPD gekeken en toen heb ik mijn boek nog uitgelezen. Daardoor sliep ik wat later dan anders. 

Gereden: 392 km

Volgende dag