Dag 17, 23 september, Theodore Roosevelt NP North Unit



Als we om kwart voor 7 opstaan en het gordijn opendoen, zien we dat er gisteravond nog 2 campers bij gekomen zijn. Het is nog steeds bewolkt. Het heeft gisteravond nog geregend en we hopen dat het vandaag droog blijft, al hebben we gisteren niet echt last van de regen gehad. Een klein beetje onderweg en toen we in bed lagen. Kan slechter.
Na 2 weken in de camper kunnen we zeggen dat we hem nog steeds niet echt fijn vinden. Je staat elkaar hier veel meer in de weg dan in de Canadream en de kastruimte zijn we ook niet over te spreken. Blij dat we volgend jaar weer een Canadream hebben. 
We doen rustig onze ochtenddingen en ik zet de foto's van de, inmiddels 3, fototoestellen op de laptop en mijn telefoon. In Theodore Roosevelt NP hopen we wel internet te hebben.

Om 7.50 bij 11 graden rijden we weg over de hobbelweg het park uit. In Glendive duurt het even voordat we de 16 gevonden hebben, maar na 2x keren lukt het. We rijden een mooie blauwe lucht tegemoet. Hopelijk blijft het zo.

In Sidney doen we boodschappen bij de Reynolds. Een mooie supermarkt. We slagen voor alles wat we nodig hebben, maar ze hebben alleen grootverpakkingen tonic. Ik vond de blikjes die ik bij Fraserway heb meegenomen wel geslaagd nl. Maar bij de slijterij iets verderop in het winkelcentrum hebben ze wel normale hoeveelheden.




Ze hebben hier wel wat anders dan bij ons in de supermarkt

Bij Fairview gaan we de staatsgrens over en hoe goed ik ook oplet, ik ben nog net te laat voor een foto van het bord. In Noord Dakota zit blijkbaar veel olie in de grond, want er staan een hoop jaknikkers en ook een paar moderne versies ervan. Graanvelden, koeien en olie gaan hier hand in hand. 



Het blijkt dat we in een andere tijdzone zitten. Het is hier een uur later. Als ik op de kaart kijk, zie ik dat deze grens erg bijzonder loopt. Allerlei rechte hoeken en in het park volgt hij de Little Missouri River, die van oost naar west (of andersom, dat weet ik niet) door het park stroomt. De camping ligt aan de noordkant, dus in de Central Time Zone i.p.v. de Mountain Time Zone. Het visitor center, heel klein, ligt meteen aan het begin van het park en daar vragen we een kaartje van het park. Er wordt niet gecontroleerd of we een pas hebben en bij de ingang zat niemand.
Het valt ons op dat de bomen hier wel herfstkleuren krijgen. Dat hebben we eerder nauwelijks gezien. 






De Juniper campground is altijd first come, first serve. We rijden een rondje en kiezen plek 10, een back-in, die een prachtig zicht heeft op een veldje. Misschien komen hier nog wel bizons langs (zal wel niet). Bij de betaalpaal blijkt dat we ook met creditcard kunnen betalen. Handig, want we hebben geen $ 14,- gepast. Gewoon je nummer op het flapje schrijven en in de enveloppe doen. Enveloppe in de paal, strookje aan het paaltje bij de plek en klaar. 

Vrijwel meteen stappen we weer in om het park in te gaan. Tegenover de camping liggen de Cannonball Concretions. Mysterieuze ronde stenen die op grote kanonskogels lijken. We kunnen daar alleen niet uitstappen omdat een bizonfamilie bedacht heeft ze ook te gaan bekijken. Vanuit de auto maken we wat foto's en gaan verder het park in.





Er is maar 1 weg die doodloopt. 14 mijl enkele reis, dus 28 heen en weer, maar voor ons 5 minder, omdat de camping 5 mijl van de ingang ligt. 



De volgende stop is de Caprock Coulee Nature Trail & Loop, maar eerst eten we even een boterham op de parkeerplaats. Hiervandaan kun je naar Prairiedog Town lopen. Een makkelijke, leuke wandeling naar de prairiedogs. Die zijn ruim aanwezig en aan mensen gewend, dus ze rennen niet meteen weg. Wel zit er op bepaalde plaatsen een bewaker en die roept dat wij eraan komen. Het klinkt echter niet als paniek en de meeste prairiedogs trekken zich er weinig van aan. Als ze erg dichtbij het pad zitten en ze vinden dat wij te dichtbij zijn, dan gaan ze er, niet al te snel, vandoor, maar we kunnen ze goed bekijken. Het zijn leuke beestjes en we vermaken ons prima.














Dan zegt Jan: "Zullen we teruggaan? Dan kunnen we nog wat verder rijden." Ik was al zo tevreden, dat ik helemaal vergeten was dat we nog verder konden 😂. Het is bepaald niet leeg in het park, maar zeker niet druk. Heerlijk om zonder problemen overal te kunnen parkeren en te lopen zonder een hoop mensen om je heen. 

De volgende stop is bij River Bend Overlook. Zoals de naam al zegt, is hier een uitzichtpunt over de scherpe bocht in de rivier. Dit is de geboorteplaats van het park. Voordat men bepaald had of het een National Park, een State Park of een National Recreation Area zou worden, vond men dit, in 1936/37, zo'n mooi punt, dat er absoluut iets mee moest gebeuren. In de verre toekomst zullen de oevers van de rivier zo ver uitgesleten zijn dat ze bij elkaar komen en er een meer ontstaat. Maar daar gaan we niet op wachten.







Heel in de verte, op een strandje aan de rivier staat een aantal bizons en 1 in het water. Het is flink zoomen, maar dan zie je wat daar gebeurt. Doordat het nogal waait valt dat niet mee en zullen de foto's niet helemaal scherp zijn. Het is een kudde waarvan de meeste al op de rechteroever staan, 1 of 2 in het water en nog een paar op het strandje links. Bison on the Beach dus.

We rijden verder naar het eindpunt van het park, de Oxbow Overlook. Hier is de weg een stuk onverhard en verder ligt er mooi asfalt, maar het hobbelt wel. Je hebt hier een mooi uitzicht over de hele vallei.




Huh? We hadden toch een witte auto 😂

Op de terugweg stoppen we nog een keer bij de Cannonball Concretions waar nu geen bizons staan. We lopen er wat rond en kijken om de hoek en vinden het heel bijzonder. Moeder Natuur heeft hier de fantasie wel weer op losgelaten.








Als we uitgekeken zijn rijden we rustig naar de camping waar we om kwart voor 5 eerst even langs het dumpstation gaan en op onze plek ons lekker installeren met een biertje en een chippie. Net op tijd, want het was net een beetje beginnen te regenen. Niet veel en het zet niet door gelukkig.
Ik ga schrijven en later lezen, Jan gaat lezen en tussendoor marineren we het vlees voor de bami. Het was vanmiddag 17-18 graden en bewolkt met soms wind. Jas aan/jas uit dus. Het is heerlijk rustig hier op de camping, hoewel voor 3/4 gevuld. Een enkele keer hoor je iets van een medekampeerder, maar meestal alleen krekels die hier in overvloed zijn. Ook hele mooie trouwens, die eruit zien als een rode vlinder als ze wegspringen en hun vleugels spreiden.

We eten bami met kip i.p.v. varken deze keer. Was lekker, maar op de een of andere manier krijgen we het niet meer zoals van de zomer. 
Na de afwas lezen we nog even verder. Ik heb een goed boek, dus dat is heerlijk. Het is best warm binnen. Zijn we niet meer gewend. 
We kijken niet eens meer een serie vanavond. Ik heb het idee dat ik in de verte een coyote hoor, maar dat weet ik niet zeker. Het regent weer een beetje.

Gereden: 239 km